Haviltexen met Nyck de Vries: wel of geen F1-coureur in 2022?
In navolging van Max Verstappen, is onlangs ook de kersverse Alpha Tauri–coureur Nyck de Vries betrokken geraakt in een gerechtelijke procedure (Financier Schothorst spant kort geding aan tegen F1-coureur De Vries (nos.nl)). In zijn geval niet over portretrecht en lookalikes, maar over de nakoming van een (dacht men..) simpele geldleningsovereenkomst met het bedrijf van vastgoedmiljonair Jeroen Schothorst.
Schothorst leende De Vries in 2018 € 250.000 voor het rondkrijgen van zijn F2-contract; dit tegen 3% rente en (hou je vast) 50% van zijn toekomstige inkomsten in de F1. Over de lening zelf sprak men af dat deze zou worden ‘kwijtgescholden’ als De Vries niet uiterlijk in 2022 ‘F1 coureur’ zou zijn.
Dat laatste is precies waar het geschil tussen de vastgoedmiljonair en de coureur om draait. Vanaf 2021 was De Vries test- en reservecoureur bij Mercedes en in 2022 maakte hij zijn officiële racedebuut voor Williams nadat Albon in Monza uitviel.
De geldleningsovereenkomst zou, aldus de berichtgeving in de media (De Vries in de problemen, rechtszaak dreigt voor F1-coureur (msn.com)), bepalen dat “de functie van testrijder niet ervoor zorgt dat de lening niet wordt kwijtgescholden”. De eerste vraag die daarmee opkomt is of het zijn van (niet alleen testrijder, maar ook) reservecoureur de voorwaarde voor terugbetaling van de lening in casu al deed vervullen of dat het zijn van reservecoureur geacht kan worden deel uit te maken van de job description van een testrijder. Dat het geschil zich nu voordoet in plaats van een jaar geleden (De Vries was ook in 2021 al reservecoureur, waarom maakte Schothorst niet toen al aanspraak 50% van zijn inkomsten?) lijkt te suggereren dat partijen van het laatstgenoemde uitgingen. De vervolgvraag is of De Vries dan wellicht van kleur verschoot (tot coureur) toen hij in 2022 - ook nog eens voor een andere constructeur - verscheen op de startgrid in Monza, waardoor hij mee ging doen in het klassement.
Als de geldleningsovereenkomst niet glashelder is (of een leemte laat), waar het in dit geval erg op lijkt, zal het bij de rechter waarschijnlijk neerkomen op het toepassen van de Haviltex-formule; wat mochten partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijze aan de contractuele bepalingen toekennen en wat mochten zij redelijkerwijs van elkaar verwachten?
In casu mogelijk van belang (enigszins speculatief): de onderhandelingsfase, mailverkeer over de nakoming, de contractuele afspraken tussen De Vries - Mercedes, De Vries - Williams en De Vries - Alpha Tauri (mocht dit contract eind 2022 al zijn gesloten, was De Vries dan, ondanks de start van het nieuwe seizoen in 2023, toch al coureur in 2022?) en de FIA-reglementen (zie bijvoorbeeld art. 32 over ‘changes of driver’ en de Constructor’s details of entry op p.74: formula_1_-_sporting_regulations_-_2022_-_iss_4_-_2022-02-18.pdf (fia.com)).
De uitkomst zal waarschijnlijk nog even op zich laten wachten. Schothorst heeft nu alleen een kort geding aangespannen om inzage te verkrijgen in de contracten en inkomsten van De Vries. Daarna volgt, aldus Schothorst (Vastgoedmiljonair over Nyck de Vries: ‘Ontkomen helaas niet aan rechtszaak’ | Autosport | Telegraaf.nl), nog een bodemprocedure.
Hoewel niets erop wijst dat de 50% - aanspraak ook voorwerp is van het geschil, roept deze casus ook de vraag op of een dergelijk vergaande afspraak gebruikelijk is in de Formule 1 en of de rechter wellicht grond zou zien om de aanspraak te reduceren of vernietigen (misbruik van omstandigheden?).
De uitspraak in het kort geding volgt begin februari.
Wordt vervolgd!
Auteur: Corstiaan Kan
Datum: 24 januari 2023